Verwonder je eens over de rode biet! Dit oer-Hollandse gewas beschikt over bijna alle mineralen en vitaminen die een mens dagelijks nodig heeft. En als de rode biet op een biologische manier met de schelpkalkvitaliser geteeld wordt, is de concentratie van deze mineralen en vitaminen vele male groter dan bij gangbare teelt.
Biologisch en vitaal = optimaal!
In onze testen scoren biologisch geteelde bieten waarbij het pootgoed niet behandeld werd met de schelpkalkvitaliser ± 80%. Bij het met de vitaliser behandelde pootgoed van de biobieten was de score 100%. Wij meten dit met de EFD methode volgens Voll.
Wat je ook ziet? De vitale biobieten zijn groter en zwaarder dan de niet-vitale biobieten.
links: biobiet met vitaliser rechts: biobiet zonder vitaliser
Waarom is rode biet gezond?
De rode biet is een echt powerfood. De groente bevat bijna alle vitamines en mineralen die je nodig hebt. Daarnaast zijn bieten laag in calorieën, bevatten ze zeer weinig vet en heeft het suiker in de biet weinig effect op je bloedsuikerspiegel. Alle voedingswaarden en informatie hebben we overgenomen uit het Alternatief Medisch handboek. Dit hebben we aangevuld met onze eigen ervaringen.
Immuunsysteem
Rode bieten staan erom bekend dat ze het immuunstelsel stimuleren en kankerbestrijdende stoffen bevatten. Laten we in de eerste plaats eens kijken naar de rode kleur van de biet, welke kleurstof men anthocyaan noemt. Ook bij de blauwe druiven bijvoorbeeld is dezelfde blauwe kleurstof aanwezig en ook deze vrucht wordt aanbevolen bij de natuurlijke behandeling van kanker. Over het algemeen kan men dus ook zeggen dat vruchten met rode, violette en blauwe kleurstoffen anthocyaanhoudend zijn. Let hier eens op bij uw voedselkeuze (denk ook aan bosbessen). De rode kleurstof bevordert in ieder geval de celademhaling en celstofwisseling. Het is bekend dat kankercellen zich vooral kunnen ontwikkelen in een zuurstofarm milieu, dus draagt de biet ertoe bij dat de kankercel met meer zuurstof wordt omgeven. Weet dat het ademen door een minivitaliser ook kan bijdragen aan stijging van het zuurstofgehalte in het bloed. Dit hebben wij vastgesteld met EFD metingen en met een simpele saturatiemeter.
Cholesterol
Ook is empirisch vastgesteld dat het regelmatige drinken van bietensap bij leukemie het bloed verbetert. Verder zegt men dat de anthocyanen een natuurlijke bescherming geven bij hart- en vaatziekten, de “slechte” vormen van cholesterol bestrijden en meehelpen bij nachtblindheid.
Men onderscheidt twee soorten cholesterol, de goede en de slechte: De lagedichtheid-lipoproteïnen oftewel LDL brengen het cholesterol naar de weefsels en dit LDL-cholesterol zet zich gemakkelijk af in de vaatwanden, waardoor het bijvoorbeeld aderverkalking bevordert. Dit LDL noemt men dan ook de slechte cholesterol. De hogedichtheid-lipoproteïnen oftewel HDL genaamd verwijderen juist het cholesterol uit de bloedvaatwand en voeren het dan af naar de lever, alwaar het wordt afgebroken.
We gaan door met de rode biet en zijn inhoudsstoffen:
Kalium
Een kaliumtekort komt in normale omstandigheden eigenlijk niet voor. Alleen bij mensen die plaspillen gebruiken, overmatig laxeermiddelen gebruiken, ernstige diarree hebben of hevig moeten braken kan het voorkomen. Bij sporters zou een kaliumtekort vermoeidheid en spierkrampen kunnen geven, echter daarvoor kunnen ook andere oorzaken zijn. Een teveel aan kalium kan ontstaan doordat de nieren niet goed functioneren. Het is niet verstandig kaliumtabletten te gebruiken. De oplossing is het gebruik van een goede voeding met veel groenten en fruit. Kook dus nooit aardappelen en groenten in te veel water. Er gaat dan veel kalium verloren door het afgieten van het water.
Calcium
Een volgende inhoudstof van de rode biet is: calcium. Calcium is het mineraal waar onze botten en tanden uit bestaan en kan in het lichaam alleen goed worden opgenomen als er voldoende vitamine D in het lichaam aanwezig is.
Calciumtekort veroorzaakt engelse ziekte (rachitis), botverweking (osteomalacie), osteoporose (ontkalking van het bot), terwijl men ook de bovenvermelde functies van calcium in ogenschouw moet nemen.
Magnesium
Vervolgens bevat de rode biet magnesium en gezien het bovenstaande, is dit een mooie combinatie, want magnesium is noodzakelijk voor de stofwisseling van vooral calcium, evenals trouwens vitamine C, fosfor, natrium en kalium.
Magnesium vindt men behalve in rode bieten ook o.a. in vijgen, citroenen, grapefruit, amandelen, noten, zaden, donkergroene groenten, brandnetels en appels.
Vitamine A
Rode bieten bevatten ook vitamine A
Vitamine A vindt men behalve in rode bieten in levertraan, lever, wortelen, groene en gele groenten, melk- en zuivelprodukten, margarine en geel fruit, zoals abrikozen.
Vitamine B1 (thiamine)
Rode bieten bevatten thiamine
Vitamine B1 zit behalve in rode bieten in biergist, tarwekiemen, ongepelde rijst, volkoren meel, havermout, de meeste groenten, melk, peulvruchten, eierdooiers, etc
Vitamine B2 (riboflavine)
Rode bieten bevatten vitamine B2
Vitamine B2 zit behalve in rode bieten in melk, kaas, groene bladgroenten, lever, vis, eieren, etc. Maar let op: Vitamine B2 lost op in kokende vloeistoffen.
Vitamine B3 (niacine)
Rode bieten bevatten vitamine B3.
Bij een tekort krijgt men huid- en slijmvliesontstekingen, dementie, slapeloosheid, spierzwakte. Men vindt niacine ook in biergist, tarwekiemen, vis, lever, eieren, tomatenpuree, avocado’s, peulvruchten, dadels, vijgen, pruimen, volkorenprodukten, zilvervliesrijst.
Vitamine C (ascorbinezuur)
Rode bieten bevatten vitamine C
Vitamine C zit behalve in rode bieten in citrusvruchten, bessen, kiwi’s, groene bladgroenten, tomaten, bloemkool, aardappelen, koolsoorten, etc.
Vitamine P
Rode bieten bevatten erg veel vitamine P (dat omvat vitamine C-complex, bioflavonoïden, rutine, hesperidine en nog 6 andere bioflavonoïden). Dit zijn belangrijke stoffen die noodzakelijk zijn voor de juiste functionering en absorptie van vitamine C. Flavonoïden zijn de stoffen die de gele en oranje kleur aan citrusvruchten geven. Het is heel belangrijk wanneer men vitamine C gebruikt, ook deze vitamine P-stoffen binnen te krijgen. Vitamine P:
Vitamine P vindt men behalve in de rode biet, in de pit en het witte vruchtvlees van citrusvruchten, rozenbottels, kersen, zwarte bessen, druiven, boekweit, appels, propolis, etc.
Betaïne
Rode bieten bevatten betaïne en dat behoort tot de lipotrope stoffen. De belangrijkste functies van een lipotrope stof zijn:
Andere lipotrope stoffen zijn methionine, choline en inositol.
IJzer
Rode bieten bevatten ijzer. Weliswaar niet in grote hoeveelheid, maar het ijzer uit de rode biet wordt een stuk beter opgenomen dan ijzertabletten. De functies van ijzer:
IJzer vindt men in broccoli, bloemkool, gedroogde perziken, pompoen, eierdooiers, noten, bonen, asperges, melasse, havermout, tomaten, citrusvruchten, rood vlees, rauwe mosselen, hart en lever. Oxaalzuur zoals men in spinazie en rabarber aantreft, bemoeilijkt de opname van ijzer, evenals fosforeiwitten in eieren en fytinezuur in ongezuurd tarwemeel.
Mangaan
Rode bieten bevatten mangaan. Mangaan activeert de enzymen die nodig zijn voor de juiste verwerking in het lichaam van biotine, vitamine B1 en vitamine C. De functies van mangaan zijn verder:
Bij gebrek aan mangaan kan men een stoornis krijgen in de spierreflexen (ataxie) en duizeligheid en mentale afwezigheid kan ook een gevolg zijn van een tekort. Mangaan vindt men vooral in rode bieten, noten, groene bladgroenten, erwten, eierdooiers en volkorenproducten.
Foliumzuur
Rode bieten bevatten foliumzuur. Foliumzuur is een onderdeel van vitamine B-complex en is essentieel voor de productie van rode bloedlichaampjes. Ook speelt het een rol bij de stofwisseling van eiwitten en is belangrijk voor de deling van lichaamscellen. Het helpt ook mee suiker en aminozuren te verwerken en is belangrijk voor de productie van nucelïnezuren (RNA en DNA). Functies van foliumzuur:
Foliumzuur is heel erg belangrijk bij de groei van de foetus. Het vermindert de kans op afwijkingen aan het ruggenmerg, zoals spina bifida (open ruggetje). Bij een tekort aan foliumzuur kunnen de volgende symptomen en/of ziektes ontstaan: macrocytaire anemie (bepaalde vorm van bloedarmoede), vermoeidheid, duizeligheid, depressiviteit, grijze haren, angsten. Foliumzuur vindt men in: diepgroene bladgroenten, asperges, tarwe, peulvruchten, biergist, noten, broccoli, melk, sinaasappels, spinazie, volkorenbrood, peterselie, peulen, lever, oesters, zalm.
Houdt rekening met het volgende:
Nitraat
Rode bieten bevatten ook veel nitraat. Daarom is het belangrijk om vitamine C-poeder toe te voegen om de omzetting nitraat-nitriet-nitrosamine (is kankerverwekkend) te blokkeren. Nitraat, een schadelijke stof, wordt veel in groenten gevonden. Vooral in andijvie, bleekselderij, postelein, raapstelen, radijs, rode bieten, selderij, alle soorten sla, spinazie, spitskool, tuinkers, venkel. Bij al deze groenten is het dus raadzaam om er vitamine C bij te consumeren.
Proteaseremmers
Rode bieten bevatten proteaseremmers. Proteaseremmers zijn stofjes die onze verteringsenzymen blokkeren. Proteaseremmers vindt men ook in rauwe aardappels en als tomaten nog groen zijn, bestaan ze soms wel voor 50 % uit proteaseremmers. Het is dan ook niet raadzaam om onrijpe tomaten te eten. Door koken verliezen de proteaseremmers hun werking. Planten maken proteaseremmers om hun voedselvoorraden te beschermen tegen vraat. De mens eet in feite uit de voorraden van de plant. Voor de mens remmen ze de werking van eiwit-afbrekende enzymen (proteases zoals trypsine) die in de darmen het eiwit afbreken tot vrije aminozuren. Die vrije aminozuren worden opgenomen in het bloed en door het lichaam gebruikt voor het maken van bijvoorbeeld spiereiwitten en hemoglobine.
Een proteaseremmer zorgt er dus voor dat je het eiwit uit het voedsel niet meer kunt gebruiken voor het onderhoud van je lichaam omdat je verteringsenzymen niet meer werken. Voor planten is het dus een onderdeel van hun afweer. Bladeren hebben normaal weinig proteaseremmers. Als ze echter aangevreten worden, gaat het blad proteaseremmers maken. Ze beschermen dus de plant. Ook bij dieren (knaagdieren, slakken, rupsen, insekten, aaltjes, schimmels, bacteriën, virussen), remmen ze de enzymwerking en die zullen dus ook de vruchten niet voortijdig opeten. Kortom, de natuur zit mooi in elkaar.
Nu wil het geval dat men proteaseremmers nogal eenvoudig uit planten kan zuiveren. En in de reguliere geneeskunde maakt men dan ook gebruik van de eigenschappen van deze stof en wel als AIDS-remmer, want het blijkt dat deze stof uit planten de vermenigvuldiging van het HIV-virus remt. In geïsoleerde vorm heeft men er dus een medicament van gemaakt. De werking berust dus op een blokkade van bepaalde verteringsenzymen waardoor er geen eiwitten meer verteerd kunnen worden. De geïsoleerde proteaseremmers hebben als monotherapie een krachtige antiretrovirale activiteit (het AIDS-virus is nl. een zogenaamd retrovirus). Ook in de biotechnologie (landbouw) worden onderzoeken gedaan omdat men hiermee op een onschadelijke manier insecten te lijf kan gaan.
Het sap van een rauwe aardappel wordt in de natuurgeneeskunde gebruikt als middel ter bestrijding van maagzuur. Daarom is het dus zo, dat men ook hier op de dosering moet letten en gaat de stelregel baat het niet, dan schaadt het niet, lang niet altijd op en méér van iets hoeft niet per definitie beter te zijn. Wortel- en bietensap wordt vaak gecombineerd als kanker remmend middel en men adviseert daar dan drie glazen per dag van. Door het vitaliseren van de rode biet blijken stoffen in de biet beter opneembaar op celniveau. Ook dit is weer bevestigd met diverse energetische meetapparatuur.